zaterdag 6 mei 2017

Politiepet

Er was niets mooiers dan bij mijn vriendje Cappie spelen. Zijn ouders waren gescheiden zoals niet ongebruikelijk bij beter gesitueerde mensen. Dientengevolge woonden mam met twee labradors in Wassenaar en pap in een prachtig gerestaureerde hoeve in Brabant. Cappie was een onmogelijk verwend rotjongetje, en wij werden dan ook zeer snel goede vrienden. Bij zijn vader was het altijd een groot avontuur. Samen deden wij alles wat verboden of gevaarlijk was, maar het spannendste was dat Cappie al een brommertje had, we konden samen crossen door de bossen. Als vroege puber sta je eigenlijk nergens bij stil, je leeft in je eigen wereld, alles gaat een beetje langs je heen. Iets voor het dorp hield de statige Jaguar stil, Het drong nauwelijks tot ons door. Cappie's vader was ons komen halen en wij hadden op de achterbank zitten klieren. Waarom stoppen we ? De vader van Cappie antwoordde eerst niet maar bleef rustig wachten. Toen vertelde hij ons over de bijzondere grens die wij passeerden, en iets over het stads-ritme, haast en stress ofzo, wij begrepen er vrij weinig van. Het duurde een minuut of twee tot hij het goed vond om weer door te rollen, het landelijke dorpje binnen. Het is pas nu twintig jaar later dat ik weer aan die tijd moet denken. We zijn elkaar uit het oog verloren maar totaal onverwacht loop ik hem in de Westwood tegen het lijf. Hoewel een stuk ouder heeft hij nog steeds die ondeugende schittering in zijn ogen. We verstaan elkaar nauwelijks bij de keiharde muziek maar speken af binnenkort een weekend bij te praten. Ik aanvaard de reis vergezeld door mijn trouwe Mini op weg naar ons mooie verleden. Ik vraag me af of wij nog iets te delen hebben behalve een paar anekdotes en ondeugende herinneringen? De afstand is groter dan verwacht en onderweg erger ik me groen en geel aan het verkeer. De helft van de bestuurders weet niet waar ze naartoe willen en de andere helft zou geen rijbewijs mogen hebben. Gelukkig is de afslag nog maar een paar kilometer. Als ik er bijna ben kom ik op een ruime voorrangskruising. Hier staat een agent die mij vriendelijk een stopteken geeft. Licht geirriteerd wacht ik voor de streep. Hij draait zich om en verleent het verkeer van rechts netjes voorrang. Op zich niet vreemd, behalve dat er geen ander verkeer aanwezig is! ook niet van links op dat moment. ik kijk om me heen , dit is gewoon belachelijk. Moederziel alleen sta ik hier te wachten , misschien hoopt hij op tegenliggers? De agent negeert mij volkomen en blijft met zijn rug naar mij toe staan en blokkeert de weg. Het nare gevoel bekruipt me dat iemand en spelletje met me speelt. Nu maak ik me kwaad en begin luid te toeteren. Is hij nou helemaal gek geworden? Langzaam draait hij zich om en geeft mijn richting vrij. Woest trek ik op wel godverdomme. In mijn spiegel zie ik hem lachend naar me zwaaien. Eenmaal bij de boerderij aangekomen ben ik weer bedaard. En een goede reis gehad? vraagt Cappie, jezus wat je goed noemt. Bij het eten, onder een glas wijn vertelt hij me het hele verhaal: "die agent op de kruising heet Willem, een lokale jongen met down syndroom. Zijn vader ging er vandoor en zijn moeder is jong overleden. Hij is in het weeshuis opgegroeid maar dat gaf al snel problemen. Toen is er een dorpsvergadering geweest, Willem kon naar een inrichting in de stad of in het dorp blijven. Maar dan zou iedereen bij moeten dragen en beurtelings voor hem zorgen. Gezamenlijk zorgen we voor hem: eten slapen kleding gezondheid, alles wordt lokaal voor hem geregeld en ja dus ook een baantje. Toevallig was het gastgezin van de wijkagent toen Willem zestien werd en dat beviel hem zo goed. Dus hij is officieel in dienst ? vraag ik. Nee niet echt natuurlijk, hij krijgt ook geen salaris, wat zou hij er mee moeten? Willem draagt gewoon een donkerblauw pak, alleen de pet die is echt. En hij is de koning te rijk. in alle vroegte gaat hij naar zijn kruispunt, en is daar niet meer weg te slaan. Bovendien is hij een prima agent, je moet alleen wat geduld hebben. Willem kent bovendien alle verkeersregels en borden uit zijn hoofd. Hij kan zonder te kijken een auto aan het geluid herkennen elke merk! Maar voor de rest? probeer ik. Tja zo gek als een deur natuurlijk, lacht Cappie Ons weekend is geweldig, wij voetballen met de buurjongens, jagen met de honden door de bossen, hakken hout, crossen in een oude 2CV, drinken in het dorps cafe en zwemmen in de beek. Plotseling weet ik weer wat ons bindt, het plezier in leven! Moe en voldaan keer ik zondag terug. Het dorp straalt een sympathie uit nu, iets rustgevends. Langzaam begin ik iets te begrijpen van de onzichtbare grens. Wanneer ik langs Willem kom, wacht ik in geduldig en zwaai dan lachend terug. Hij lijkt net echt inderdaad. God weet wat er gebeurd bij een ongeluk op zijn kruispunt, of als iemand hem de weg vraagt. Een vreemde weet niet beter, en trouwens Willem ook niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten