Gelukkig is hij niet gebroken. Met pikzwarte handen fiets ik verder. Nu zie ik er zelf uit als een wegwerker. We dalen weer af waarna nog een wrede helling op ons wacht. We kunnen dat dorp weer niet vinden en zetten de Google dame aan😒 Wij worden op een landweg geleid voor boeren . Dit is toch wat je wilde Quint ? grijnst Marit. Terwijl ik een filmpje van haar maak ga ik onderuit maar alles is okay. (Zie video) Ik ben te moe om me druk te maken en we hebben al zes uur niks meer gegeten. Google stuurt ons weer een stof weg op maar ik werk niet meer mee en kies een verharde weg , nu worden we op een drukke D route gedwongen waar de stress omhoog gaat en we zijn inmiddels helemaal kapot. We komen bij een vaal industrie gebied wanneer Marit plotseling roept hier moet het zijn! Hier ? Tussen de mega stores en ijzerwaren? U bent gearriveerd roept google blij. Wij fietsen langs een slagboom, passeren meisjes met hoofddoekjes en lopen naar een deur. Ik krijg een vaag vermoeden dat dit geen regulier hostel is. Wij checken in en betalen, en dragen de zware fiets tassen naar onze kamer. Een vierkante cel met een paars bed en een piepklein raam. Het stinkt vreselijk naar bezwete mannen en sigaretten. Marit kijkt mij verslagen aan.
Wanneer ik nogmaals naar de balie ga, om te klagen komt er een heel gezin binnen met tassen en kleine kinderen. Ze zien er vreselijk uit met diepe trieste ogen. De vrouw vraagt of ik haar baby vast kan houden "une minute " terwijl ze naar het papier zoekt van de gemeente. Die minuut zakt mijn hart in mijn schoenen. En besef ik pas waar wij zijn. Dit is een asiel -centrum. Ik loop terug naar onze cel om Marit op de hoogte te brengen. Zij had het al lang door, bovendien moeten wij niet zeuren! Wij zitten niet in een oorlog, onze familie is niet kapot geschoten verkracht of beroofd. Wij hebben een dak boven ons hoofd, een bed en een wc ook al stinkt het. We liggen op bed en delen ons laatste zakje chips, ik haal twee flesjes water uit een machine. Alles kost geld hier niks is gratis en WiFi doet het al lang niet meer. Ik val in een onrustige lichte slaap. Buiten hoor ik vreemde talen en stemmen. Op de gang schreeuwen Mohammed en Ali naar elkaar. Ik denk aan onze vriend langs de weg zou hij ook onderdak kunnen vinden vannacht? Hebben zijn kinderen wel te eten ? Of zouden ze ook een zakje chips moeten delen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten